Een Wereld Zonder Geld

Geen Geld Meer!

Eigenlijk kan je nu wel zeggen dat geld de oorzaak is van nagenoeg alle problemen op de wereld. Gelukkig komt het einde van het geld razendsnel in zicht en het zou nog wel eens sneller kunnen gaan dan je denkt. Contant geld is al bijna verdwenen en begin 2019 ging de grootste gelddistributeur van Nederland failliet. Dat wil wel wat zeggen toch? Nu nog het overige geld. Digitaal geld, giraal geld, bedacht geld, nep geld en crypto geld. Weg met al het geld en we zijn van alle problemen die gerelateerd zijn aan geld af. En dat zijn er nogal wat.
Geen criminaliteit meer, geen plofkraken meer en geen overvallen op winkels en personen meer voor geld. Op weg naar een cashloze samenleving. Of gaan we nog sneller op weg naar een geldloze maatschappij? Een pinloze maatschappij. Pinpasjes en contant geld zijn te duur bevonden door de banken en de overheden. We stappen dus snel over naar digitaal geld. Betalen via de smartphone, betalen met een QR-code, betalen via de app en betalen met een Tikkie. Er moet dan nog wel steeds geld op je rekening staan. En dat moet er af! Jazeker, eraf! Zelfs geen bankrekening meer. Maar voor we het geld helemaal afschaffen moeten we eerst even wennen aan het idee. Even voelen hoe het voelt. Is het nog steeds leuk als er geen geld meer is? Want tegenwoordig moet alles vooral leuk zijn en blijven. En het moet ergens goed voor zijn. Het moet ook iets opleveren als je iets doet voor een ander.
We zitten met z’n allen in een fout systeem. Of hebben we te maken met een systeemfout? We zijn er ieder geval al wel achter gekomen dat vercommercialisering alleen maar ellende oplevert. Steeds meer, steeds groter, steeds beter. We worden ook zo opgevoed: ga vooraan staan, zorg dat je de eerste bent, zorg dat je de beste bent, ga voor een hele goede baan, zorg dat je later een mooi huis en een mooie auto kan kopen. We hebben te maken met verschillende systeemfouten op verschillende fronten. De democratie is te ver doorgedraaid, er zijn te veel regeltjes en wetten ingevoerd, we hebben het idee dat bedrijven moeten groeien omdat ze anders failliet gaan en we schrikken ons dood als we horen dat de koopkracht omlaag gaat. Dan is er ook nog steeds op veel plaatsen in de wereld oorlog en is er sprake van mensonterende omstandigheden. Oorlog is niet leuk. En toch is er oorlog, terwijl we dit gezamenlijk absoluut niet leuk vinden. En toch heeft iemand de kans gezien om een oorlog te beginnen. Hoe dan? Hoe hebben we dat kunnen laten gebeuren?
Zonder geld kunnen leven is in ieder geval wel leuk! Gewoon dingen doen omdat je het leuk vindt, dat is pas echt leuk! Hoe kan je wennen aan het feit dat er straks geen geld meer is? Door een tussenstapje in te lassen. Geef iedereen hetzelfde bedrag, elke maand, als een soort startkapitaaltje om te kunnen leven. Je kunt je woning betalen, je eten betalen en er op die manier aan wennen dat je dingen kunt doen zonder er iets voor terug te doen. Onvoorwaardelijk leven heet dat. Dan kan je er ook aan wennen dat je onvoorwaardelijk iets voor iemand anders doet. Datzelfde bedrag dat je elke maand ontvangt, noemen we een basisinkomen. En met dat basisinkomen gaan we op weg naar een heerlijke geef- en ontvangmaatschappij. Geven en ontvangen, eindelijk weer terug naar die wisselwerking die er eigenlijk altijd al is geweest maar die we met elkaar misschien een beetje vergeten zijn. Je kunt het zelfs een natuurwet noemen: wisselwerking. Oorzaak en gevolg. Als je goed doet voor een ander, ontvang je het goede ook een keer terug.
Wereldwijd hebben al veel experimenten bewezen dat het basisinkomen werkt. Elke keer zorgt het basisinkomen voor minder ongelijkheid, minder armoede, minder kindersterfte, lagere gezondheidskosten, minder criminaliteit, betere schoolresultaten en economische stabiliteit. Hoe duidelijk willen we het hebben? Blijven we maar experimenteren en proeven nemen? Of voeren we het nu eindelijk eens in? Dit voorwoord wil ik graag beëindigen met een mooie tekst van de Dalai Lama:
– Wat me het meest verbaast bij de westerse mens is dat hij zijn gezondheid opoffert om veel geld te verdienen. Vervolgens offert hij het geld weer op om zijn gezondheid te herstellen. En dan is hij weer zo bezorgd over de toekomst, dat hij niet geniet van het heden, met als gevolg dat hij niet in het heden, maar ook niet in de toekomst leeft. Hij leeft alsof hij nooit zal sterven en sterft terwijl hij nooit geleefd heeft. – Dalai Lama

Waarom geld eigenlijk helemaal niet bij mensen past

Mensen zijn, net als alle andere zoogdieren hele sociale, niet-rationele, voelende en levende wezens. In een groep zijn waarden zoals delen, geven, elkaar helpen, elkaar vertrouwen, liefde geven en krijgen, aandacht geven en vragen, het milieu en wederkerigheid heel belangrijk. Deze maken en binden een samenleving. Geld zorgt juist voor een splitsing van de samenleving. De één heeft geld, de ander niet. De één heeft heel veel geld, de ander niet zoveel, de één heeft ietsje meer geld dan de ander. Met jaloezie als gevolg. En haat, begeerte en trots. Geld geeft gebondenheid en geen verbondenheid. Een groot verschil! Je denkt dat geld heel natuurlijk bij je past en in de samenleving past. Dat het logisch is om met geld te leven. Dat is de onwetendheid. Het is helemaal niet logisch te denken dat je geld nodig hebt om te leven. Je leeft al. Zonder geld kan je prima leven. Je hebt wel voedsel en vocht nodig. Dat geeft de aarde al. Er is water en bovendien groeit je voedsel als groente zomaar uit de aarde. Vruchten en noten in overvloed. Nogmaals, geld zorgt voor gebondenheid. Je zal iets moeten doen om geld te verkrijgen om op die manier een dak boven je hoofd te kopen en voedsel aan te schaffen. Maar je kan ook, wel of niet samen met anderen, een huis bouwen. Of een heleboel. Daar kan je dan in geen wonen. Je kan ook een kas bouwen en daar lekkere vruchten in gaan kweken. Omdat je ze lekker vindt of omdat je ze graag wil weggeven aan andere mensen die die vruchten zo lekker vinden. Of je kan een fiets ontwerpen die bijna vanzelf rijdt met behulp van een zeer speciale energiebron. Gewoon omdat je het fijn vindt andere mensen die niet zo makkelijk lopen te helpen. Dat is verbondenheid en geen gebondenheid. Dat is samenleven.
‘Geld,’ zei historicus Yuval Noah Harari in een TED Talk, ‘is het meest succesvolle verhaal dat ooit door mensen is bedacht en verteld, omdat dit het enige verhaal is dat iedereen gelooft. Niet iedereen gelooft in God. Niet iedereen gelooft in mensenrechten. Niet iedereen gelooft in nationalisme. Maar iedereen gelooft in geld.’
Maar waarschijnlijk alleen maar omdat het niet anders kan! Denk je. Het is er en je hebt het nodig in de huidige economie, de huidige samenleving, om de huur of de hypotheek te betalen. Je kan alleen met geld, of dat nu contant geld is of giraal of digitaal geld, bij de supermarkt boodschappen doen, een boek kopen in de boekwinkel en een drankje op het terras betalen. Daar heb je allemaal toch echt geld voor nodig. De ober accepteert geen nep geld en bij de supermarkt lachen ze je uit als je vraagt of je de boodschappen voor niks mee mag nemen. En toch is geld, of de zorg om geld wereldwijd de grootste oorzaak van paniekaanvallen. Geld brengt geen rust, integendeel, het brengt juist onrust. Mensen die geen of weinig geld hebben kunnen niet meedoen in de samenleving. Het niet hebben van geld in voldoende mate stelt je absoluut en zonder pardon buiten de maatschappij. Alweer is die verbondenheid ver te zoeken.
Geld kan ervoor zorgen dat je geen tijd hebt om aandacht en liefde aan een ander of aan anderen te geven. Je moet immers geld verdienen om de huur te betalen. Of om dat dure jacht te onderhouden. Of in die mooie auto te blijven rijden. Daar heb je tijd voor nodig, tijd om geld te verdienen. Tijd om te werken. En met werken verdien je geld. En om die reden kan geld zorgen voor ruzie: Ik kan toch niet mee naar de stad? Ik moet geld verdienen! – We kunnen dit jaar niet op vakantie, ik moet doorwerken om de hypotheek te betalen.
In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties staat bij artikel 3: Een ieder heeft recht op leven, vrijheid en persoonlijke veiligheid. Maar als je geen geld hebt, bestaat er niet zoiets als persoonlijke veiligheid en al helemaal geen vrijheid. Je kan immers niet zomaar ergens gaan wonen. Daar heb je geld voor nodig. Dus iedereen een basisinkomen, of het geld zo snel mogelijk afschaffen.
In artikel 4: Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden; slavernij en slavenhandel zullen in al hun vormen worden verboden. Hoeveel mensen werken geheel vrijwillig in een supermarkt, een tankstation, een restaurant, een winkel of in een fabriek? Hoeveel mensen werken er vrijwillig aan de lopende band? Zeg me wie voor zijn plezier vuilnis ophaalt. Zeg me wie er voor zijn plezier op de vuilnisbelten in Brazilië of in India speurt naar iets verkoopbaars. Dit is toch echt in onvrijheid leven.
En de financiële sector? Die zit steeds ongemakkelijker in zijn stoel. Die meest vervelende sector wordt nu toch echt steeds meer gedwongen zijn hebzucht te laten varen ten gunste van een meer open, ethisch verantwoorde en allesomvattende benadering. Bijna driekwart van de mensen die na het jaar 2000 geboren zijn, investeert liever in groene en duurzame bedrijven. Verandering vindt plaats. Het gaat alleen een beetje langzaam.
Maar laten we beginnen bij het begin, bij het ontstaan van het geld.

Het ontstaan van geld

We gaan dan zo’n 4.500 jaar terug in de tijd. Rond 2.500 jaar v.Chr. werden zilveren staven als eerste betaalmiddel gebruikt. Voor zover bekend dan. Over de exacte oorsprong van geld is niet zo heel veel bekend. Wel dat we naar iets zochten waarmee we makkelijker zouden kunnen ruilen. Laatst vroeg een vriend aan me: ‘Maar je wilt met het afschaffen van geld toch niet terug naar de ruilhandel?’ ‘We zitten middenin de ruilhandel,’ was mijn antwoord. ‘We gebruiken geld als ruilmiddel.’ We willen nu juist van ruilen naar delen. Van ruilhandel naar deelhandelingen. Van ruilen naar schenken en naar geven. Met elkaar de grondstoffen delen en niet ruilen of verkopen aan elkaar. Daar komt juist ellende van. Van delen niet. Van delen komt geen oorlog. Van ruilen wel. Door te ruilen is er altijd één partij die vindt dat de ruil niet exact gelijkwaardig is. Het brood dat ik net ruilde met jouw pakje boter is stiekem toch eigenlijk meer waard dan het pakje boter, vind ik. Hier ontstaat jaloezie en een gevolg van deze jaloezie kan ruzie zijn. Voor het pakje thee dat ik net in de supermarkt kocht moest ik eigenlijk veel te veel geld betalen. Je bent het toch niet helemaal eens met de ruil. €4,49 voor een doosje met een paar theezakjes vind je veel te duur! Boosheid ontstaat en woede komt op. Allemaal vervelende emoties die het gevolg zijn van ruilen. Als je met elkaar deelt verschijnt er na het delen altijd een glimlach. En als je geeft word je alleen maar blij.
De eerste vermelding over geld is gevonden in het tegenwoordige Irak. Vroeger heette dat gebied Mesopotamië. Op oude kleitabletten was in spijkerschrift geschreven dat puur zilver als betaalmiddel werd gebruikt. De staven van zilver werden in stukken gehakt en gewogen. Deze staven of staafjes gebruikte men bij een handelstransactie, een aankoop. Voor die tijd gebruikte men ossen en graan als ruilmiddel of betaalmiddel. Maar de handel bloeide en groeide in Mesopotamië en om die reden stapte men over naar zilver. De kleine zilveren staven waren natuurlijk veel handzamer dan die grote logge dieren en makkelijker op te bergen dan vele zware zakken graan.
Het woord salaris komt van het Latijns salarium, dat zoutrantsoen of loon betekent. In de tiende eeuw voor Christus waren de Kelten in Europa de eersten die zout als betaalmiddel gebruikten. De Romeinen namen dit over en betaalden hun soldaten doorgaans uit in zoutrantsoenen, het witte goud. Ook ambtenaren in het Romeinse Rijk kregen dit soort honoraria. Hierdoor ging salaris zoiets betekenen als bezoldiging voor officieren en onkostenvergoeding voor ambtenaren.
In de 10de eeuw werden ook de munten eigenlijk al te zwaar of te lastig om mee om te gaan. Bovendien waren ze makkelijk te vervalsen. De eerste bankbiljetten deden hun intrede.
In de 20ste en 21ste eeuw gaat de mens steeds vaker digitaal geld gebruiken. Ook omdat contact geld zoals munten en bankbiljetten makkelijk te vervalsen is. Meer dan de helft van de Nederlanders verwacht tegen 2030 bijna nergens meer met contant geld te kunnen afrekenen. Maar de meeste mensen moeten er nog niet aan denken, blijkt uit een onderzoek van online bank Knab. Munten en papiergeld zijn absoluut verleden tijd. In het nieuwe nu bestaat geld uit letter- en cijferreeksen, digitaal wel te verstaan ofwel ‘cryptogeld’. De toekomst van de banken wordt steeds onzekerder want er komt straks geen bank meer aan te pas om cryptogeld of digitaal geld heen en weer te laten gaan. Als je geld afschaffen googelt, zie je duidelijk dat men het alleen maar heeft over contant geld, cash geld. Niet over geld in het algemeen. Daar is de mens kennelijk nog niet helemaal aan toe. Na het lezen van dit boekje hopelijk wel!

De zoektocht naar geluk en de kracht van gedachten

Nu zitten we dus met digitaal geld dat gecreëerd wordt door banken. Bijvoorbeeld als je een hypotheek neemt. Of een lening voor die dure auto die je eigenlijk niet nodig hebt. Wat willen we? We leven nu in eenzaamheid en in een bepaalde sleur. We vervelen ons en daardoor lijden we. Wat doen we met ons leven? Het lijkt er erg op dat we het leven aan het verspillen zijn. En dat terwijl het leven toch zo mooi en uniek is. Het is toch heel bijzonder dat je hier bent? Dat vonkje licht of spatje energie of hoe je het wil noemen dat hier op deze aarde leeft. Dat lichtje dat in verbondenheid staat met de natuur, met de vogels, met alle dieren en met alle andere mensen. Met de lucht, die toch vaak blauw is, met de sterren boven ons en met het hele universum. Alles is met elkaar verbonden. Jij dus ook met alles! En dan gaan we ons druk maken om geld? Geluk of succes staat niet gelijk aan een hoeveelheid geld verdienen. Zodra je dat gaat doen, een topbaan wil zien te krijgen, macht en bezittingen wil vergaren, geld zien te scoren, ben je een leeg leven aan het leiden. Dat is pas bekrompen en burgerlijk, bijna iedereen doet dat namelijk nu. Bovendien ga je dan ook meedoen aan roddels en achterklap, je gaat oordelen en je mening ventileren op allerlei manieren om maar aandacht te krijgen om op die manier hogerop te komen. Zo blijf je altijd bezig proberen het geluk te bereiken. Maar er is altijd wel iemand die meer heeft, altijd wel iets dat je nog mooier vindt dan je al hebt. Je blijft dus maar zoeken naar nieuwe gevoelens van genot, naar andere pleziertjes, naar nog meer consumeren. Tot we dood zijn. De manier waarop je leeft is in de meeste gevallen van negen tot vijf op je werk zijn, je probeert de beste te zijn, je haat iemand anders, je hebt iemand lief en je worstelt met je problemen. Zo leef je nu. Als je geld hebt verdient door dat werk wat je hebt gedaan of wat je nu nog doet, heb je een beetje veiligheid gecreëerd, maar die is slechts tijdelijk. De dreiging van onveiligheid is altijd aanwezig. Je leeft niet om meer geld te verdienen of te vergaren, je leeft om in volmaakte verbondenheid met alles te zijn. Dan ben je pas echt vrij. Dan is er geen geld nodig, dan is geld overbodig.
We blijven maar zoeken naar een zelf bedacht ideaal. Als we dat maar eenmaal hebben, dan zijn we echt gelukkig. Maar dan komt er weer iets anders. Of er is plotseling een probleem dat je aandacht opeist. Je blijft denken dat geluk iets is waar je naar toe moet werken. En hier zijn we bij het denken aangekomen. Ons denken heeft bedacht dat er een ideaal bestaat. Ergens in de toekomst. Maar dat is er niet. Er is alleen maar nu. Zoeken, zoeken, zoeken. Je blijft maar zoeken. Waar zoek je naar? Als je ergens naar op zoek bent, betekent dat dat je tijd creëert. Door te denken aan iets waar je naar toe moet werken, iets waar je naar op zoek bent, ontstaat tijd. Je bent op zoek naar de waarheid, je bent op zoek naar geluk, naar liefde, naar aandacht. Dat houdt in dat je dat nu niet hebt. Toch? Je bent dus steeds naar het tegendeel op zoek. Maar bevindt dat tegendeel, dat tegengestelde zich niet in zijn eigen tegendeel? Het tegengestelde waar je naar op zoek bent, is een projectie van wat nu is. Ik wil nu van ongelukkig naar gelukkig. Ik wil nu van dit naar dat. Die tegenstelling bestaat omdat er nu iets is. Dat wat er nu is moet je dus veranderen. Je weet niet hoe en daarom bedenk je het tegengestelde. Het is om die reden heel belangrijk om inzicht te hebben is hoe het nu is. Als je dat hebt, ga je niet op zoek naar het tegengestelde. Het dat wat er nu is veranderen, zo los je het probleem op.
Denken is vergelijken, denken is afmeten. Groot, groter, grootst. Hoe kan je steeds meer genot ervaren? Hoe kan je nog meer plezier beleven? Hoe kan je nog groter wonen? Bevrijd je eigen geest van denken. Leer stilte kennen. Leer rust kennen. Leer gelukzaligheid kennen!

Een zachte overgang naar de afschaffing van geld

Zo snel mogelijk een basisinkomen invoeren. En wel over de hele wereld natuurlijk. Een universeel basisinkomen voor elke persoon, ongeacht leeftijd, afkomst, woonplaats of beroep. Iedereen heeft recht om een basisinkomen te ontvangen. Iedereen heeft recht om een basisinkomen op individuele basis. Dit is de enige manier om privacy te garanderen en om controle over andere mensen uit te sluiten. Het basisinkomen is onafhankelijk van de burgerlijke staat, samenwonen of huishoudelijke configuratie of van het inkomen of eigendom van andere familieleden of leden van de huishouding zijn. Het basisinkomen is als mensenrecht niet afhankelijk van voorwaarden of een verplichting om betaald werk te verrichten of om te worden betrokken bij dienstverlening aan de gemeenschap. Ook hoef je je niet te gedragen volgens traditionele rolpatronen. Evenmin is het onderhevig aan grenzen van inkomen, spaargeld of eigendom. We moeten er bij de invoering van het basisinkomen vanuit gaan dat de hoogte van het basisinkomen zorgt voor een fatsoenlijke levensstandaard die aan de sociale en culturele normen voldoet. Het voorkomt materiële armoede en biedt de mogelijkheid om deel te nemen aan de samenleving en in waardigheid te leven. In het kort:
Basisinkomen is een periodiek uitgekeerd en vrij besteedbaar bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht het inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden.
In het Westen en zeker in het protestants Nederland vinden we het maar raar, dat basisinkomen. Gratis geld vinden we het. En wat vinden we van het leven? Is dat ook niet gratis? Moet je voor het leven betalen? Door te werken. Je betaalt je leven met arbeid. Waar hebben we dat eerder gehoord? Het is natuurlijk te belachelijk om hier nog langer over na te denken. Je wordt geboren en je moet betalen. Vanaf een bepaalde leeftijd moet je aan de bak. Geld verdienen. Om dat daarna aan anderen te geven. Om ergens te wonen of eten mee te krijgen. Geld aan anderen geven. Eerst geld ontvangen door er een dienst voor te doen en het dan weer weg te geven. Een totaal ouderwets en achterhaald systeem. Dat noemen we economie. En die moet altijd groeien van de minister-president. Waarom? Omdat we in een geld-cyclus zitten. Schaf het geld af en stop met al die ellende. Dan wordt het plotseling heel anders.
Je wordt geboren en je geniet. Je leeft en je gaat ontdekken wat je leuk vindt om te doen. Misschien vind je het heel erg aantrekkelijk om vliegtuigen die op waterstof vliegen te ontwerpen. Of misschien wil je heerlijke sla kweken in je eigen groentetuin en die aan iedereen laten proeven. Of je houdt van fietsen en je begint een fabriekje waar futuristische fietsen worden gemaakt. Op deze manier kan iedereen naar geluk toe groeien. Gelukzaligheid ondervinden tijdens je gehele leven. Is dat niet fantastisch? Daar heb je geen geld voor nodig.

Leven in plaats van overleven

Is het logisch om in een wereld te leven waarin je elkaar betaalt voor bepaalde diensten? Is het logisch om in een deelmaatschappij nog met geld te leven? Geld betekent ruilen en absoluut niet delen. Is het logisch om anno 2024 nog aan ruilhandel te doen? Want geld is ruilhandel. Je ruilt nu een paar euro voor een brood. Of een paar euro voor een patatje met. Het is ruilen wat je doet. Je vindt het nu ook heel vanzelfsprekend dat er geld bestaat. Daardoor ben je misschien in staat om te ruilen. Je kan echter alleen maar ruilen als je geld hebt. Als je geen geld hebt, kan je ook niet ruilen. Dan kan je niet meer meedoen. Dan mag je niet meer meedoen. Dan ben je een zwerver. Maar wat als geld verdwijnt? Dan kan niemand meer ruilen. Maar dan kunnen we wel allemaal met elkaar delen. Delen is iets heel anders dan ruilen! Delen is onvoorwaardelijk iemand anders iets geven. Jij hebt twee broden, je ziet iemand die honger heeft en je geeft één van je broden aan die ander. Dat is delen. Daar wordt iedereen blij van. Jij ook, probeer het maar een keertje.
Ik las een aardig stukje in kijkmagazine.nl over het verdwijnen van geld. Maar ook hier gaat het toch weer om het in stand houden van geld. Er wordt zelfs een nieuw systeem bedacht. Geld als betaalmiddel, geld als ruilmiddel moet verdwijnen. Dit is een stukje uit het artikel in kijkmagazine.nl van 7 oktober 2014:
Het was wel even schrikken geweest, bedacht Thomas zich, toen de euro door de plotselinge hyperinflatie heel snel niets meer waard werd. De chaos en paniek van de eerste weken stonden hem nog levendig voor de geest. Leeggeplunderde winkels, mensen die op straat werden beroofd van een stuk brood… Het leven was geen pretje. Bij een boer had hij zijn gehele cd-collectie geruild voor een bus melk en zijn gitaar voor een grote zak havermout. Natuurlijk zat bijna iedereen zonder werk. Dat had echter ook voordelen. In de zee van vrije tijd bedacht Thomas samen met een paar voormalige IT-collega’s een nieuw geldsysteem. Ze schiepen een fictieve munteenheid, met gevoel voor timing de ‘zero’ genoemd, waarmee mensen elkaar via hun smartphone konden betalen. Het begon met een aantal lokale bedrijfjes die onderling in zero’s handelden. Toen het bleek te werken, sloten steeds meer mensen zich aan en binnen een paar weken bloeide de plaatselijke economie als nooit tevoren! En het mooie was dat er geen bank met hoge rentetarieven aan te pas kwam.
Een wereld waar geld helemaal uit verdwijnt is niet zo goed voor te stellen, blijkt. En dat terwijl de mens toch al zo’n 300.000 jaar op de aarde rondloopt. Enne.. hoe lang bestaat geld? Haha, jawel, een lachwekkende 5.000 jaar! De mens heeft ruim 295.000 jaar zonder geld geleefd. We kunnen het dus wel. Zo af en toe verdwijnt geld trouwens wel. Na de instorting van het Romeinse Rijk verdween daarmee ook het geld uit de samenleving. Eventjes. Als het Europese Rijk instort, verdwijnt het geld ook weer. Even? Of zijn we toch wijzer geworden en zien we eindelijk in dat geld de oorzaak is van oorlogen, ziekten, burn-out, stress, slavernij, armoede en nog veel meer ellende. We hebben helemaal geen geld nodig. Dieren leven ook zonder geld en dat gaat ze prima af.
Door inflatie en hyperinflatie kan het geld minder waard worden. Maar dat is ook nog geen verdwijnen. Nog steeds spreken we van geld, hoe weinig waarde het ook heeft. Inmiddels is er een enorme hoeveelheid geld bijgedrukt of digitaal gecreëerd. Om banken te redden tijdens de laatste crisis. Nu is dat extra digitale geld alleen nog in omloop in de financiële markten en niet in de werkelijke wereld. Zodra dit digitale geld in onze normale economie terechtkomt, hebben we een probleem en krijgen we hyperinflatie, net als in de twintiger jaren met de Duitse Mark gebeurde.
Er bestaan vandaag de dag al wel gemeenschappen waar men zonder geld leeft. In Ierland is Mark Boyle zo’n community begonnen en in zuid Europa is eenzelfde soort samenleving gestart, de veganistische ecogemeenschap in Saône-et-Loire, Frankrijk.
Het kan dus, zonder geld leven. En waarom ook niet? Je kan allerlei dingen doen zonder er geld voor te vragen. Gewoon, zo maar, omdat je het leuk vindt. Een voorwaarde is dan wel dat je ook geen huur of hypotheek hoeft te betalen. En dat verder alles gratis is. Stel je voor! Je doet je dagelijkse boodschappen bij de groenteboer, de bakker en de kruidenier. Je gaat naar de kapper en je haalt een fiets op bij de fietsenmaker. Helemaal voor niks! Jij vindt het leuk om nagels te lakken en daar ben je heel bedreven in geworden door het volgen van die gratis cursus. Je helpt heel veel mensen met het verzorgen van hun handen en geeft ze supertoffe nagels. Iedereen kan eigenlijk gewoon blijven doen wat die doet. De een maakt schoon, de ander zorgt voor een leuke website. De een ontwerpt een waterstof auto, de ander rijdt mensen ermee naar hun nieuwe bestemming. Gewoon omdat hij dat leuk vindt om te doen. Maar, zal je misschien zeggen, dan doet niemand meer iets. Dat is natuurlijk grote onzin, want je wil uiteindelijk toch een keertje iets eten, op een lekker bed kunnen gaan liggen en je ook nog eens tenminste onder een afdakje bevinden. Daar moet je iets voor doen. Daar kan je ook iets voor doen. Alleen of samen met anderen. Een huis bouwen. Een fantastisch bed ontwerpen en in elkaar knutselen. Voedsel verbouwen. Wat je dan ook kleinschalig en in alle rust kan doen zodat je de heerlijkste biologische en puur nature groente kan kweken. En onbespoten aardbeien, onbespoten groene paprika’s en biologisch gezonde aardappelen ziet groeien. Dus iedereen blijft van alles doen. Maar wel die dingen die je leuk vindt om te doen. De een vindt het leuk om aardappels te verbouwen, de ander vindt het een uitdaging om het lekkerste graan te telen. De een vindt het fijn om elke dag bezig te zijn met het schrijven van spannende boeken, de ander werkt liever mee aan het nieuwe op waterstof vliegende vliegtuig.

– wordt vervolgd –