Om vreugde te kunnen vinden in het doen van het goede
moet je alles deleten wat het goede tegengaat en daarbij is luiheid de grootste boosdoener. Luiheid heeft drie aspecten:
- Je hebt geen zin en geen behoefte het goede te doen, je bent onverschillig.
- Je wordt afgeleid door wereldse activiteiten.
- Je waardeert jezelf onder door te twijfelen aan je mogelijkheden.
Hieraan verwant zijn het overdreven veel plezier scheppen in niets doen en slapen en onverschillig staan tegenover het feit dat het cyclische bestaan, het leven dat je keer op keer doormaakt, een staat van lijden is.
Verstrikt in het vangnet van verstorende emoties, gevangen en meegenomen door het gezwoeg van je geboorte, hoe zou je niet weten dat je neergedaald bent in de muil van de dood?
We willen allemaal gelukkig zijn en het lijden zoveel mogelijk vermijden. Maar door je verstorende emoties kent je geest geen moment vrede. Zodra deze emoties opkomen verstoren negatieve gedachten je geest en creëren een negatieve atmosfeer om je heen. Verder maken deze verstorende emoties je vatbaar voor toekomstig lijden als je in moeilijke omstandigheden terechtkomt. Hoe kan je dan tolereren dat ze voortduren? Je weet dat je zal sterven, maar je weet niet wanneer! Vanaf dit moment moet je enthousiaste volharding om vreugde te kunnen doen ontwikkelen.
De dood zal je snel overvallen en tot dat moment moet je verdiensten verzamelen. Wat zal je aan tijd resten als je wacht met het uitbannen van luiheid? Wat kan je dan nog doen? Als je tot je stervensuur wacht voor je besluit je in te spannen, is het te laat. Op dat moment kan je wel veel pijn hebben, zowel fysiek als mentaal, gekweld worden door angst voor het onbekende, door de herinnering aan je negatieve daden en door gehechtheid aan degenen die je dierbaar zijn.
“Dit heb ik nog niet gedaan. Daarmee ben ik nog maar net begonnen. Dit heb ik nog maar half af…” Dan komt plotseling de dood en ach, de gedachte zal opkomen; “Helaas, het is afgelopen!”
Je gezicht zal nat zijn van de tranen. Met rode, gezwollen ogen van bitter verdriet, zal je in de gezichten van je hopeloze beminden staren, terwijl je de dood in de ogen zal kijken.
Maak gebruik van dit schip, dit kleed van het menselijke bestaan. Bevrijd jezelf van de machtige stroom van het lijden. Dit voertuig zal later moeilijk opnieuw te vinden zijn. Het is nu niet het juiste moment om te slapen, dwaas die je bent!
Je keert je af van de heilige Leer van Boeddha, de verheven vreugde en onbegrensde bron van geluk. Wat schep je voor vreugde in louter amusement, terwijl je daarmee afdwaalt naar de oorzaken van je ellende?
En tijdens je leven zullen deze kwaliteiten die je ontwikkelt je bijzonder goed van pas komen. De meeste mensen willen niets horen over de dood, laat staan erover nadenken. Maar je zal niets te vrezen hebben als je jouw geest hebt getraind. Dan kan je de dood vol vertrouwen en met een volledig positieve houding tegemoet zien. Dus je laat je, nu je dit kostbare mensenleven bezit waarmee je zoveel kan bereiken, niet overheerst worden door de luiheid van het afkerig zijn van het doen van het heilzame.
In dit verband doe je er goed aan het principe van wedergeboorte in ogenschouw te nemen. Het boeddhisme definieert dit als de voortzetting van de geest van het ene leven naar het volgende. Een toekomstig bewustzijn is afhankelijk van een vorig bewustzijn waarvan het het vervolg is. Het kan niet worden geproduceerd door iets anders dan bewustzijn. Bewustzijn, en niets anders dan bewustzijn, moet de oorzaak zijn van toekomstig bewustzijn. Het is noodzakelijk dat je hiervoor het verschil begrijpt tussen grof en subtiel bewustzijn. In het algemeen wordt bewustzijn geassocieerd met de hersenen en de chemische processen daarin. Maar alleen het grove bewustzijn wordt bepaald door zulke factoren. Het is waar dat het grove bewustzijn, wat in verband staat met de zintuiglijke activiteiten van zien, horen en dergelijke, afhankelijk is van het menselijk lichaam en de zintuigen. Wat we menselijk bewustzijn noemen, is het grove bewustzijn, dat het menselijk lichaam als basis heeft. Het bewustzijn van andere levensvormen, bijvoorbeeld de dieren, is anders omdat hun hersenen anders zijn. Het zou echter moeilijk zijn het bestaan van wedergeboorte te bewijzen alleen op grond van het grove bewustzijn van de zintuigen, die voor hun functioneren afhankelijk zijn van de hersenen. Deze vormen van grover bewustzijn verschijnen als zintuigen die zich ontwikkelen in de baarmoeder. Maar het bewustzijn dat voortgaat van leven tot leven is een subtiel bewustzijn, de capaciteit om te ervaren en gewaar te zijn, de natuur van helderheid van de geest. Als er geen oorzaak zou zijn voor dit subtiele bewustzijn (zoals het subtiele bewustzijn van een vorig leven), dan zou het idee van wedergeboorte moeilijk te verklaren zijn. Als je het geheugen, dat je in staat stelt je ervaringen uit je jeugd te herinneren, hier even buiten beschouwing laten, dan zie je dat we allemaal latente en onbewuste neigingen hebben, die onder bepaalde omstandigheden opkomen en de reactie van onze geest beïnvloeden. Zulke neigingen zijn het product van intense ervaringen uit een recent of ver verleden, die veroorzaken dat we onbewust reageren, zonder dat we ons die ervaringen noodzakelijkerwijs herinneren. Het is moeilijk deze neigingen en de manier waarop ze zich manifesteren te verklaren, tenzij je ervan uitgaat dat het indrukken van vroegere ervaringen zijn op het subtiele bewustzijn.
Als je uitgaat van de Big Bang-theorie om de oorsprong van het universum te verklaren, dan zou je als boeddhist moeten zeggen dat de Big Bang zelf een oorzaak moet hebben gehad. Alles is het product van een eindeloze keten van oorzaken en gevolgen, maar een eerste oorzaak voor dit alles kan je eigenlijk niet vinden. Er is geen begin aan het bewustzijn, aan de serie van je wedergeboorten of aan de deeltjes die het universum vormen. Het is simpelweg de natuur der dingen. In deze context wordt een analyse gemaakt van de fenomenen overeenkomstig de gevolgen die ze produceren of overeenkomstig hun onderlinge afhankelijkheid. In termen van onderlinge afhankelijkheid zeggen we dat als er een gevolg bestaat er een oorzaak moet bestaan. Dit geldt voor zowel bewustzijn als voor deeltjes. Als je twee chemische substanties met elkaar mengt, ontstaat er een chemische reactie en wordt er een nieuwe substantie geproduceerd. Op dezelfde manier zal een heethoofd, die gedurende lange tijd liefdevolle vriendelijkheid beoefent zijn karakter langzaam zien veranderen. Misschien zal hij zijn neiging om kwaad te worden niet volledig kwijtraken, maar hij zal er minder aan onderhevig zijn. Deze transformatie van zijn karakter vindt plaats door de onderlinge afhankelijkheid tussen twee soorten bewustzijn: woede en liefde. Wat betreft een analyse in termen van het geproduceerde gevolg, kan je spreken over een chemische reactie als een verandering van entropie. Hetzelfde geldt voor de geest. Als je contempleert over de schadelijke gevolgen van woede en de heilzame effecten van liefde, zal je een nieuw vertrouwen opbouwen in de kracht van liefde. Je aanleg om lief te hebben zal steeds sterker worden. Dit is de natuur der dingen en het is belangrijk dit in te zien. De Dalai Lama, die dit heeft geschreven, weet niet of dit boeddhistische idee van de natuur iedereen zal bevredigen, maar het beantwoordt in ieder geval vele vragen.
Om op het onderwerp van enthousiaste volharding terug te komen, als je jouw luiheid van afkeer hebben om het goede te doen, kwijt wil raken, moet je overdenken hoe kort dit menselijk leven is. Het Sanskriet woord voor luiheid, alasya betekent: geen gebruik maken van.
Iedere positieve daad die je verricht zal je nu en in de toekomst ten goede komen.
Als je je aan de andere kant laat beïnvloeden door verstorende emoties zal dat je in dit en in toekomstige levens ruïneren. Dus je moet ook voorkomen dat je je leven verspilt met de tweede soort luiheid: afgeleid worden door negatieve activiteiten.
Wees niet terneergeslagen, maar kanaliseer al je krachten. Vat moed en wees je eigen meester. Beoefen het gelijkschakelen van jezelf aan anderen. Beoefen het verwisselen van jezelf met anderen.
De derde soort luiheid ontstaat door het onderwaarderen van jezelf en het denken dat je nooit in staat zal zijn de verlichting te bereiken. Maar het is niet nodig om op deze manier ontmoedigd te raken. Iedereen heeft het potentieel om Boeddha te worden. Hoewel de uiteindelijke natuur van de geest niet tastbaar is, is die aanwezig in ieder van ons, ook al is die verduisterd. Hierdoor kan zelfs het kleinste insect de verlichting bereiken als het zich ervoor inspant.
“Oh, maar hoe zou ik ooit de verlichting kunnen bereiken?” Deprimeer jezelf niet met zulke gedachten. Want de Boeddha’s, die altijd de waarheid spreken, hebben gezegd en hebben waarlijk verklaard, dat zelfs bijen en vliegen en stekende muggen en maden de verlichting, die zo moeilijk te vinden is, met gemak kunnen bereiken als ze de kracht van enthousiaste volharding opwekken.
Waarom zou jij, die qua geboorte en ras tot de menselijke soort behoort, en in staat is het goede van het kwade te onderscheiden, dan niet in staat zijn het Boeddhaschap te bereiken, als jij jezelf geeft in de beoefeningen van een bodhisattva?
Je moet je er ook geen zorgen over maken of je wel in staat zal zijn ooit zulke moeilijke beoefeningen van een bodhisattva te volbrengen als het weggeven van ons eigen lichaam, bezit en al je verdiensten. Als beginner ben je hier misschien nog niet klaar voor. Daarom moet je eenvoudig beginnen en alleen de wens opwekken deze dingen te kunnen geven en ze dan mentaal weggeven, waarbij je het pad van methode en wijsheid gebruikt. Als je beoefening krachtiger wordt, zal je een punt bereiken waarop je weet dat het correct is om je lichaam weg te geven en zal je feitelijk in staat zijn dat te doen, zonder enig fysiek of mentaal lijden.
Dankzij hun verdiensten genieten ze lichamelijk comfort en dankzij hun wijsheid ervaren ze vreugde in hun geest.
Waarom zouden degenen die mededogen hebben ooit verdriet hebben, ook al blijven ze voor het welzijn van alle wezens in het cyclische bestaan?
Wie kan schrijlings op het paard van de verlichtingsgeest, die alle sombere vermoeidheid verjaagt en met een geest die van vreugde naar vreugde gaat, ooit tot ontmoediging vervallen?
In de tekst Het Juwelen Kralensnoer wordt gezegd, dat het om het Boeddhaschap te bereiken nodig is eindeloos veel verdiensten te verzamelen gedurende eindeloos veel eonen. Je laat je daar niet door ontmoedigen door te denken: “Hoe kan ik ooit zoveel verdiensten verzamelen?” Laat je in plaats daarvan de wens ontwikkelen om de eindeloos vele wezens te leiden naar de eindeloos goede kwaliteiten van het Boeddhaschap door eindeloos veel beoefeningen van een bodhisattva uit te voeren gedurende een eindeloos lange tijd. Als je ook maar één moment zo’n intentie hebben, met deze vier karakteristieken van eindeloosheid, kan je heel makkelijk verdiensten verzamelen. Dus je laat je niet beïnvloeden door de luiheid van het minderwaardigheidsgevoel.
De krachten die het welzijn van de wezens veilig stellen zijn: aspiratie, vastberadenheid, vreugde en rust. Aspiratie, groeit door te contempleren over het lijden en na te denken over de voordelen dat dit brengt. Om enthousiaste volharding te ontwikkelen heb je vier steunen nodig: aspiratie, vastberadenheid, vreugde en rust. Aspiratie wordt ontwikkeld door na te denken over karma, oorzaak en gevolg. Zoals je weet komen uit positieve activiteiten, positieve resultaten voort en uit negatieve activiteiten, negatieve resultaten. Om de staat van Boeddha te bereiken, die vrij is van alle fouten en alle goede kwaliteiten bezit, zal het nodig zijn om eindeloos veel verdiensten te verzamelen en eindeloos veel verduisteringen te zuiveren over een tijdbestek van vele eonen. Denk er eens over na hoe weinig je in dit korte leven geneigd bent om positieve daden te volbrengen en verduisteringen te zuiveren. Je zou jezelf aan moeten sporen je hiervoor in te spannen.
Als mijn daden goed zijn en de bedoeling van mijn geest weerspiegelen, zal ik overal waar ik ga gerespecteerd en geëerd worden als de vruchten en beloningen van mijn verdiensten.
Maar als ik in plaats daarvan in mijn verlangen naar geluk, alleen maar slechte daden verricht, zullen overal waar ik ga de messen van ellende mij neersteken, als het loon en de beloning van mijn negativiteit.
Met glorie gevoed door de zoete woorden van de Overwinnaar zal ik een verheven geboorte hebben in het koele hart van een geurige lotus die haar bloembladen openvouwt in het licht van de Boeddha en daar zal ik leven als erfgenaam van de Boeddha, in de aanwezigheid van de Overwinnaars. In de Soetra van het Vadjra Vaandel wordt over vastberadenheid of zelfvertrouwen gesproken met de volgende woorden: “Als de zon opkomt schijnt die over de hele wereld, ongeacht de blindheid der mensen of de schaduwen der bergen. Op dezelfde manier verschijnt de bodhisattva ten behoeve van anderen en brengt hij de wezens naar de bevrijding, ongeacht hun verduisteringen.” Shantideva gaat verder met dit advies:
Voor je besluit om wel of niet aan een taak te beginnen moet je eerst mijn mogelijkheden onderzoeken. Het is beter niet te starten dan halverwege te stoppen. Maar ben je eenmaal begonnen dan is het beter om niet meer af te haken! Voordat je iets onderneemt, moet je jezelf altijd afvragen of je in staat bent het goed te doen en het af te maken. Is het antwoord nee, dan kan je er beter niet aan beginnen. Als je taken onafgemaakt laat liggen creëer je daarmee een gewoonte voor de toekomst. Ben je eenmaal aan iets begonnen, dan moet je er zeker van zijn dat je later niet op je besluit terug zal komen. Je moet zelfvertrouwen niet met trots verwarren. Trots is het hoogmoedig denken over jezelf zonder goede redenen. Zelfvertrouwen is het weten dat je de capaciteit hebt om iets goed te doen en vastbesloten zijn niet op te geven. Gewone wezens zijn bereid vele inspanningen te leveren voor relatief onbelangrijke doelen. Je hebt beloofd aan het veel belangrijker doel te werken om alle wezens te bevrijden, dus moet je een krachtig zelfvertrouwen ontwikkelen door te denken: “Ik zal werken voor het welzijn van alle wezens, zelfs als ik de enige ben die dat doet!”
Verzwakt als ze zijn door de verstorende emoties in hun geest zijn wereldse wezens hulpeloos in het veiligstellen van hun eigen geluk. Vergeleken met hen die dwalen, ben ik daartoe wel in staat. Daarom zal dit mijn taak zijn.
Als ze een stervende slang vinden, gedragen zelfs de kraaien zich als zwevende arenden. Als ik net zo zwak en krachteloos ben, zullen zelfs kleinere fouten me raken en verwonden.
Hoe kunnen zij die laf het strijdveld verlaten zichzelf ooit bevrijden van zulk een wankelmoedigheid? Degenen die vol zelfvertrouwen standhouden en volharden, zijn zelfs voor de sterksten moeilijk te overwinnen. Je krachtige besluit moet echter geen gewone trots inhouden, want dat is een negatieve emotie. Je moet daarentegen vol zelfvertrouwen tegen je verstorende emoties opstaan, vastbesloten dat je niet onder hun invloed komt.
Ik zal de overwinnaar zijn over hen allemaal. Geen van hen zal het van me winnen! De leeuwen nakomelingen van de Overwinnaar dienen voortdurend dit trotse zelfvertrouwen te hebben. Dit is het soort van trots dat je nodig hebt, het zelfvertrouwen dat geen overheersing duldt van de verstorende emoties en er alles aan doet om ze te vernietigen. Het heldendom van de bodhisattva zit hem in het gebruik van de kracht van zelfvertrouwen om verstorende emoties te lijf te gaan en trots te overwinnen. Mensen zonder zulk een zelfverzekerdheid laten zichzelf bij de minste provocatie vollopen met trots en andere emoties. Daar is niets heldhaftigs aan. Je mag je nooit laten beïnvloeden door deze verstorende emoties, zelfs al kost het ons het leven.
Wanneer een reusachtig gevaar dreigt, zullen de mensen altijd als eerste hun ogen beschermen. Net zo zal ik mij, zelfs in tijden van crisis, nooit laten meeslepen door verstorende emoties. Wat betreft de kracht van vreugde, als je eenmaal de verlichtingsgeest hebt opgewekt, dien je de beoefeningen van een bodhisattva te ondernemen met vreugde en opgewektheid. Naarmate je meer traint zou je verlangen nog meer vooruitgang te boeken groter moeten worden.
Als ik nooit genoeg krijg van de objecten van mijn verlangens, die als zoete honing op de rand van een scheermes zijn, hoe kan ik dan ooit denken dat ik voldoende verdiensten heb, die zullen rijpen als mijn geluk en vrede?
Net zoals een olifant die gekweld door de hitte van de middagzon in het koele meer duikt, zo moet ik in dit werk duiken, opdat ik het tot een goed einde kan brengen.
Je hebt leven na leven gezocht naar geluk en toch heb je alleen maar moeilijkheden ondervonden, omdat je altijd gedomineerd werd door verstorende emoties. Wedergeboren als mensen, vogels, herten, insecten en dergelijke heb je nooit blijvend geluk gekend. Niets is overgebleven van alle inspanningen die je hebben verricht om geluk te vinden en lijden te vermijden. Nu je het pad van de bodhisattva hebt ingeslagen dien je het vreugdevol te beoefenen en niet ontmoedigd te raken door de paar moeilijkheden die noodzakelijkerwijs ontstaan aan het begin van het pad. Je inspanningen zullen zeker vruchten dragen.
Als je fysiek en mentaal uitgeput raakt en niet meer in staat bent verder te gaan, hoe je je ook inspant, dan moet je rusten. Dat overkomt ons allemaal wel eens van tijd tot tijd. Op zulke momenten moet je jezelf niet forceren, maar stoppen en uitrusten zodat je op een later tijdstip datgene waar je mee bezig was goed en volledig af kunnen maken.
Als je jezelf hebt bevrijd van luiheid en een gevoel van enthousiaste volharding hebt opgewekt door je aspiratie, vastberadenheid, vreugde en rust, moet je enthousiaste volharding beoefenen door het toepassen van herinnering en oplettendheid. Zowel tijdens als buiten je meditatiezittingen moet je je geest altijd gericht houden op positieve activiteiten. Want ook al ben je in staat om gedurende een korte periode op een goede manier op de verlichtingsgeest te mediteren, als je er niet voor zorgt dat je voortdurend herinnering en oplettendheid toepast, loop je het gevaar fouten te maken en je geloften te overtreden.
Het is belangrijk een compleet overzicht te hebben van de verschillende aspecten van het pad, al kan je je per keer concentreren op een specifiek aspect. Meditatie en studie moeten hand in hand gaan zonder dat je één van beide verwaarloost. Als je je twijfels op intellectueel niveau hebt opgeheven, moet je jouw inzicht integreren in de ervaring van meditatie. Op deze manier zal je beoefening in balans blijven en volledig zijn. Dus laat je met herinnering en oplettendheid steeds paraat zijn om de aanvallen van je verstorende emoties af te slaan en zo een einde maken aan je vijanden en niet tot verkeerde activiteiten te komen.
Als de soldaat in de strijd zijn zwaard laat vallen, zal hij het vol angst snel weer oppakken. Wees wanneer het wapen van herinnering is verloren net zo snel om het terug te krijgen, uit angst voor de hel. Dit zijn de gevaren van te veel ontspanning en het verliezen van herinnering.
Net zoals vergif wat de bloedbaan binnenstroomt het hele lichaam vult zo zal het kwade als het de kans krijgt, zich door heel de geest verspreiden. Shantideva vervolgt over hoe je feitelijk herinnering en oplettendheid dient te beoefenen.
Als een angstige man, met in zijn hand een tot aan de rand toe gevulde oliekan, die wordt bedreigd door een zwaardvechter die zegt: “Als je één druppel verspilt ga je eraan”. Zo gedisciplineerd dien ik mij te gedragen.
ledere keer als je fouten maakt, zal je jezelf terechtwijzen en bekritiseren. Je zal er lang over nadenken hoe je ervoor kan zorgen dat zulke fouten in de toekomst niet meer zullen plaatsvinden.
Dus te allen tijde, in iedere situatie zal je jezelf gewennen aan herinnering. Met deze motivatie als oorzaak zal je ernaar streven spirituele leraren te ontmoeten en volgens hun instructies te handelen. Als je eenmaal in staat bent herinnering en oplettendheid te beoefenen bij alles wat je doet, zal je nooit meer moe of ontmoedigd raken. Je zal altijd bereid zijn om door te gaan.
Zoals een katoenpluisje in de boom door de wind heen en weer wordt bewogen, zo zal alles wat je onderneemt snel worden volbracht doordat het wordt voortgestuwd door jouw vreugde. In het begin is spirituele beoefening moeilijk. Je vraagt je af hoe je het in vredesnaam ooit zal redden. Maar als je eraan gewend raakt wordt de beoefening geleidelijk aan gemakkelijker. Wees niet te onbuigzaam en dwing of forceer jezelf niet te veel. Als je overeenkomstig je individuele capaciteiten oefent, zal je er geleidelijk steeds meer vreugde en plezier in vinden. En wanneer je aan innerlijke kracht wint, zullen je positieve activiteiten winnen aan diepgang en visie.