Om A Ra Pa Ca Na Dhih
Manjushri is een Bodhisattva die wijsheid vertegenwoordigt en zijn mantra symboliseert ook die kwaliteit. Hij houdt een zwaard in zijn rechterhand, dit symboliseert zijn vermogen om door waanvoorstellingen heen te snijden. In zijn linkerhand bij zijn hart houdt hij de stengel van een lotusbloem die een boek draagt, dit is de leer van de Perfectie van de Wijsheid, of de Prajnaparamita.
Om is een mystieke lettergreep. Om is de grondtoon, de oertoon en een aanroeping.
De lettergrepen tussen Om en de afsluitende Dhih zijn de eerste lettergrepen van een syllabary die de arapacana wordt genoemd omdat deze begint met de lettergrepen A, RA, P, A CA en NA. (Een syllabary is als een alfabet, maar dan opgebouwd uit lettergrepen).
Deze syllabary is te vinden in een aantal boeddhistische teksten, waaronder enkele Perfection of Wisdom (prajñaparamita) teksten. Veel van de teksten waarin A RA PA CA NA (en de rest van de syllabary) voorkomt, zijn niet verbonden met Manjushri, maar volgens Dr. Conze (in de inleiding van The Large Sutra on Perfect Wisdom) wordt in latere literatuur altijd verbonden met de Bodhisattva Manjushri.
De afzonderlijke lettergrepen A RA PA CA en NA hebben geen conceptuele betekenis, hoewel ze worden gezien als symbolische verbindingen met verschillende spirituele kwaliteiten.
Hier is het schema uiteengezet in de Grote Soetra van Perfecte Wijsheid:
A leidt tot het inzicht dat de essentie van alle dingen niet geproduceerd is.
RA leidt tot het inzicht dat alle dingen puur en vrij van verontreinigingen zijn.
PA leidt tot het inzicht dat alle dharma’s zijn “uitgelegd in de ultieme zin”.
CA leidt tot het inzicht dat het ontstaan en ophouden der dingen niet te bevatten is omdat er in werkelijkheid geen ontstaan of ophouden is.
NA leidt tot het inzicht dat hoewel de namen van dingen veranderen, de aard van de dingen achter hun naam niet kan worden gewonnen of verloren.
Dit zijn allemaal belangrijke concepten in de Perfectie van Wijsheid, hoewel het een beetje beperkend is om te zeggen dat het concepten zijn. In feite zijn het pogingen om de onbeschrijfelijke aard van de werkelijkheid te beschrijven.
Dhīḥ wordt gedefinieerd als:
Gedachte, (vooral) religieus denken, reflectie, meditatie, toewijding, gebed; begrip, intelligentie, wijsheid.